Hoe u een printer kunt gebruiken
Deze pagina legt uit hoe u een USB-printer kunt gebruiken (of een
USB-apparaat met afdrukmogelijkheden) die verbonden is met een
apparaatserver met behulp van SharePort Plus.
SharePort Plus heeft een functie die afdruktaken detecteert en dan
automatisch een verbinding maakt met de printer (of USB-apparaat met
afdrukmogelijkheden), de afdruktaak uitvoert en dan weer de verbinding
verbreekt indien het apparaat verbonden is met de apparaatserver.
U hoeft dan niet te klikken op Verbinden
in het hoofdvenster van SharePort Plus om iets af te drukken.
 |
- De
automatische printerverbindingsfunctie is mogelijk niet beschikbaar op
sommige USB-apparaten met afdrukmogelijkheden. In dergelijke gevallen,
moet u de verbinding met het USB-apparaat handmatig maken en verbreken
door in SharePort Plus op de knoppen Verbinden/Loskoppelen te klikken.
- Om
de automatische printerverbindingsfunctie te gebruiken, moet SharePort
Plus actief zijn. Zorg er dus voor dat u SharePort Plus hebt gestart
voordat u iets afdrukt.
Voor wie vaak iets afdrukt, bevelen wij aan
om SharePort Plus automatisch te starten wanneer de pc opstart.
Raadpleeg voor meer details de Optionele instellingen
van SharePort Plus.
|
 |
- Als
u de automatische printerverbindingsinstelling hebt geconfigureerd via
het onderstaande bericht, dat door SharePort Plus wordt gegeven wanneer
een nieuwe printer wordt gedetecteerd, dan hoeft u de volgende
instellingen niet te configureren omdat ze automatisch worden
geconfigureerd.

|
Hoe u de automatische printerverbindingsfunctie kunt activeren:
-
Selecteer een printer in het hoofdvenster van SharePort Plus en klik op Eigenschappen
. Wanneer het eigenschappendialoogvenster wordt weergegeven, klik dan op het tabblad Optionele instellingen.
-
Selecteer Automatisch aansluiten activeren, selecteer Alleen voor afdrukken automatisch aansluiten en klik OK.

Automatisch aansluiten activeren
|
Activeert de automatische verbindingsfunctie. Wanneer dit is geselecteerd, dan moet ook één van de volgende opties geselecteerd zijn.
|
Dit apparaat automatisch aansluiten wanneer het beschikbaar is (delen is uitgeschakeld) |
Maakt automatisch een verbinding met het USB-apparaat wanneer het wordt gedetecteerd. |
Alleen voor afdrukken automatisch aansluiten |
Maakt automatisch een verbinding met het USB-apparaat en verbreekt de verbinding nadat de afdruktaak is uitgevoerd. Laat u toe om af te drukken zonder dat u bewust een verbinding hoeft te maken/verbreken.
|
 |
- Indien
het USB-apparaat niet geïnstalleerd is op uw pc of het USB-apparaat
werd nooit op uw pc aangesloten via SharePort Plus, dan wordt het
volgende venster weergegeven.
 Om
de instelling Alleen voor afdrukken automatisch aansluiten te
activeren, moet de driver van het USB-apparaat geïnstalleerd zijn op
het systeem. Selecteer Automatisch aansluiten activeren, selecteer
Alleen voor afdrukken automatisch aansluiten en klik dan op
Configureren om de driver van het USB-apparaat te installeren. Nadat de
driver is geïnstalleerd, zal het venster worden weergegeven zoals in
stap 2.
- Indien het laatste gedeelte van een
afdruktaak niet volledig werd uitgevoerd, terwijl de Automatische
printerverbindingsfunctie actief is, klik dan op Bevestigen om het
dialoogvenster printerbeheer te openen. Vergroot de tijd in het veld
Tijd voor het loskoppelen nadat de afdruktaak werd verzonden.
|
De automatische printerverbindingsfunctie werd geactiveerd.
Alle afdruktaken die u in stap 1 hebt geselecteerd, zullen automatisch worden uitgevoerd.
 |
- Sommige
printers tonen mogelijk een foutbericht op de printerstatusmonitor
nadat een afdruktaak werd beëindigd. In dergelijke gevallen,
sluit u de printerstatusmonitor handmatig, omdat dit geen invloed heeft
op het afdrukken.
|